
Een ‘huis-, tuin- en keukenongeval’ in de Hema
Kort geleden oordeelde de rechtbank Rotterdam dat een medewerkster van Hema geen recht had op schadevergoeding, omdat Hema niet aansprakelijk is voor de door haar opgelopen schade.
De medewerkster had op de gebakafdeling een gebakplaat uit haar handen laten vallen, die op haar linkervoet was terechtgekomen, met blijvend letsel tot gevolg. De rechtbank benoemt dit ongeval als een zogenaamd ‘huis-, tuin- en keukenongeval’. Een ongeval dat je gewoonweg nu eenmaal in het leven kan overkomen, maar waarvoor de werkgever - Hema in dit geval - niet verantwoordelijk is. Van Hema kon en hoefde niet verwacht te worden dat zij maatregelen zou treffen ter voorkoming van dit soort ongevallen (ECLI:NL:RBROT:2022:4346).
Wat wordt bedoeld met een ‘huis-, tuin en keukenongeval’?
Maar wat is dan precies een ‘huis-, tuin en keukenongeval’? Wanneer ben je als werkgever aansprakelijk voor een ongeval op de werkvloer en waar houdt de zorgplicht van een werkgever op? Die vraag is helaas niet gemakkelijk te beantwoorden. De rechtspraak is zeer casuïstisch. In de ene zaak, zoals de Hema-zaak, wordt een ongeval als ‘huis-, tuin- en keukenongeval’ gekwalificeerd, omdat het laten vallen van een bakplaat tot de alledaagse risico’s van het leven behoort. In een andere zaak wordt een werkgever wel aansprakelijk gehouden voor letsel van een administratief medewerkster, opgelopen omdat zij op kantoor is gestruikeld over op de vloer geplaatste kratten (ECLI:NL:GHDHA:2021:1057). Dat klinkt ook alledaags, maar was het volgens het gerechtshof niet. In een derde geval, een zaak waarin een kapitein in de doucheruimte op het schip uitglijdt en daardoor letsel oploopt, oordeelt de rechtbank dat dit gaat om een risico dat bij de werknemer bekend mag worden verondersteld, dat alledaags is en ook in de huiselijke sfeer kan voorkomen. Het risico van uitglijden in de doucheruimte wordt als niet specifiek werk gerelateerd beschouwd en hiervoor geldt volgens de rechter geen zorgplicht van de werkgever (ECLI:NL:RBROT:2021:8737).
De zorgplicht van de werkgever
Wat een huis-, tuin- en keukenongeval is, is dus niet in zijn algemeenheid te zeggen. Van belang is dat op grond van de wet de werkgever in beginsel aansprakelijk is voor schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden oploopt, indien de werknemer heeft aangetoond dat hij of zij bij de uitvoering van zijn werk schade heeft geleden. Onder die aansprakelijkheid komt de werkgever slechts uit, indien hij aantoont dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan of als er geen causaal verband is met het ongeval of sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
De zorgplicht van de werkgever is ruim en veelomvattend. Hij is echter niet onbeperkt. Voor alledaagse risico’s of gevaren, welke algemeen bekend mogen worden verondersteld geldt geen zorgplicht: de ‘huis-, tuin- en keukenongevallen’. Bij de beoordeling van de reikwijdte van de zorgplicht zal een rol spelen of de werkgever concrete en niet bezwaarlijke maatregelen kan nemen ter voorkoming of beperking van het opgetreden gevaar. Bijvoorbeeld de ter beschikkingstelling van veilige werkkleding of -schoenen, het geven van concrete instructies en het houden van toezicht op de naleving hiervan. Verder is van belang of het gaat om een structureel gevaar, verbonden aan het beroep dat wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld een schilder die dagelijks gebruik maakt van een huishoudtrap).
Hema is niet aansprakelijk …
Als letselschadeadvocaat doe je je best om zo concreet mogelijk te beschrijven wat er nu precies is misgegaan op de werkvloer, hoe de feitelijke situatie ter plaatse is en wat in het kader van de zorgplicht van de werkgever verlangd zou kunnen worden. Het komt echt aan op de feiten en op een precieze omschrijving van het ongeval en de werkzaamheden. Voor de rechter kan het per zaak vervolgens alsnog verschillend uitpakken. Dat blijkt wel uit de Hema-rechtspraak. Ook daar zijn door de advocaat van de werkneemster allerlei maatregelen beschreven, welke Hema zou hebben kunnen nemen ter voorkoming van het ongeval. De rechter passeert dat echter. Ze vindt dat de voorgestelde maatregelen niet van Hema verwacht mogen worden, omdat het niet redelijk is dergelijke veelomvattende maatregelen te nemen ter voorkoming van een ongeval dat eigenlijk nooit gebeurt.
… maar de rechter heeft veel sympathie voor de Hema-medewerkster
Hoewel de rechter in de Hema-zaak aansprakelijkheid afwees, toont zij zich wel zeer begripvol voor het slachtoffer. Tussen de regels door lijkt de rechter Hema en haar verzekeraar in overweging te willen geven om ondanks de afwijzing van aansprakelijkheid toch een schadevergoeding aan deze loyale medewerkster te betalen:
[verzoekster] is op de mondelinge behandeling op de kantonrechter overgekomen als een loyale medewerker, die al bijna 40 jaar bij Hema werkt en ook na het ongeval gewoon door is blijven werken (tot op de dag van vandaag): ‘Ik hou van Hema en had hier vandaag ook liever niet gezeten’, aldus [verzoekster] . Of Hema in deze loyaliteit en in het onfortuinlijke van het voorval (onverplicht) aanleiding ziet [verzoekster] (financieel) nog tegemoet te komen, is aan Hema om te bepalen. De kantonrechter is, gelet op het bovenstaande, echter van oordeel dat Hema niet aansprakelijk is voor wat op 20 december 2014 is voorgevallen. Een plicht van Hema om de schade van [verzoekster] te betalen is er daarom niet. Het verzoek van [verzoekster] wordt daarom afgewezen. Dat die plicht er niet is, doet er uiteraard niet aan af dat duidelijk is dat het incident een voor [verzoekster] uitermate vervelende kwestie is (geweest). Het is overigens wel zo dat [verzoekster] een (kleine) uitkering van de ongevallenverzekering van Hema krijgt in verband met het ongeval. R.o. 4.6.
Hopelijk heeft Hema deze vingerwijzing begrepen en wordt de medewerkster die een zo alledaags ongeluk overkwam toch nog gecompenseerd voor de schade, die zij bij de trouwe uitoefening van haar werk heeft opgelopen.