
Wie niet (tijdig) protesteert stemt toe?
Stel, u koopt een nieuw product, bijvoorbeeld een e-bike. Als koper mag u ervan uitgaan dat de e-bike, immers net nieuw, geen mankementen vertoont. Mocht u toch een probleem/gebrek ontdekken, dan wilt u natuurlijk dat de verkoper dit zo snel mogelijk oplost.
Andersom verwacht de verkoper van de e-bike echter ook dat als er - volgens u - iets mis is met de e-bike, dat u dan wel tijdig klaagt over dit gebrek (bij gebreke waarvan de verkoper ervan uit mag gaan dat er kennelijk geen klachten/gebreken zijn). Dit noemt men ook wel “de klachtplicht.”
De klachtplicht strekt ter bescherming van de schuldenaar (degene die het product heeft verkocht of die een andere prestatie heeft geleverd). Immers, hoe later er wordt geklaagd door de schuldeiser (in de zin van degene die iets wil c.q. eist van zijn wederpartij, bijvoorbeeld herstel of vervanging van een product) hoe moeilijker het wordt voor de schuldenaar om te bewijzen dat de klachten niet terecht zijn (en dat bijvoorbeeld het product bij aflevering wel degelijk helemaal in orde was). De gevolgen van niet tijdig klagen kunnen groot zijn. Immers de schuldeiser die niet tijdig klaagt over een gebrek in de prestatie kan daardoor zijn recht op klagen ‘verspelen’.
De klachtplicht is niet op íedere handeling c.q. prestatie van toepassing. Zo werd bijvoorbeeld in een arrest, dat het Hof Arnhem-Leeuwarden eind november 2021 heeft gewezen, geoordeeld door het Hof dat de klachtplicht niet van toepassing is op het opstellen en verzenden van facturen. Wat speelde er in deze zaak?
Hof Arnhem-Leeuwarden, uitspraak 30-11-2021
De verwerende partij in hoger beroep (hierna te noemen: ‘X’) heeft - in een periode van een aantal maanden - werkzaamheden verricht voor de eisende partij in hoger beroep, de appellant (hierna te noemen: ‘Y’), namelijk het afwerken van gipsplatenwanden en -plafonds.
De kosten van deze werkzaamheden bedroegen in totaal € 21.913,75. Hiervoor heeft Y 26 facturen ontvangen (nader onderbouwd met urenstaten). Deze facturen blijven onbetaald waarna X naar de kantonrechter stapt. Y wordt veroordeeld tot betaling van de facturen van X en komt hiertegen in hoger beroep.
De facturen zouden volgens Y incorrect zijn omdat X niet voor Y zou hebben gewerkt op de op de facturen vermelde dagen. Onder meer stelt X, bij wijze van verweer, dat Y zijn rechten heeft verwerkt ‘door niet aanstonds na ontvangst van de facturen, althans binnen de op de facturen vermelde betalingstermijn, hiertegen te protesteren’
Hof: “[X] stelt dat [Y] zijn rechten heeft verwerkt door niet binnen een redelijke termijn [namelijk direct na ontvangst van de facturen, dan wel binnen de op de facturen vermelde betalingstermijn] te protesteren tegen de aan hem toegezonden facturen. Dit beroep faalt omdat het opstellen en toezenden van facturen niet geldt als een prestatie zoals bedoeld in art. 6:89 BW. De regel dat een schuldeiser op een gebrek in de prestatie geen beroep meer kan doen indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken bij de schuldenaar heeft geprotesteerd, is dus niet van toepassing”.
X wordt dus niet gevolgd door het Hof in zijn stelling dat Y zijn rechten heeft verwerkt door niet aanstonds na ontvangst van de facturen, dan wel binnen de op de facturen vermelde betalingstermijn, hiertegen te protesteren. De ratio hierachter is dat de klachttermijn ziet op de bescherming van de schuldenaar tegen late en daardoor moeilijk betwistbare klachten. Deze situatie doet zich echter niet of in minder mate voor bij facturen.
Desalniettemin loopt het overigens in deze zaak - ondanks het falen van het beroep van X op het niet voldoen aan de klachtplicht door Y - in hoger beroep tòch goed af voor X. Uit de door X eveneens bij wijze van verweer overgelegde WhatsApp-correspondentie (waarvan het Hof meent dat niet is aangetoond dat deze gemanipuleerd zou zijn, zoals Y had gesteld) blijkt namelijk dat X wel degelijk werkzaamheden voor Y heeft verricht op de dagen die op de facturen zijn genoemd. Het vonnis van de kantonrechter wordt door het Hof bekrachtigd. Dit betekent dat Y óók in hoger beroep wordt veroordeeld tot betaling van de facturen van X.
Conclusie
Zoals blijkt uit de hiervoor besproken uitspraak van het Hof gaat ‘Wie niet (tijdig) protesteert, stemt toe’ bij facturen niet op. Het opstellen en verzenden van facturen wordt (immers) niet gezien als een ‘prestatie’ die valt onder de klachtplicht.