
‘Eigen schuld, dikke bult’?
Het kan voorkomen dat uw wederpartij het u onmogelijk maakt om aan uw contractuele verplichtingen te voldoen. In een dergelijk geval kan sprake zijn van schuldeisersverzuim.
Schuldeisersverzuim
Schuldeisersverzuim is een juridische term waarmee de situatie wordt bedoeld dat niet de schuldenaar, maar de schuldeiser ervoor zorgt dat een contract niet kan worden nagekomen.
Schuldeisersverzuim houdt in dat indien en voor zover door toedoen van de schuldeiser de overeenkomst niet kan worden nagekomen door de schuldenaar, de schuldeiser geen nakoming kan vorderen van de overeenkomst.
Voorts kan een geslaagd beroep door de schuldenaar op schuldeisersverzuim verhinderen dat de schuldeiser de overeenkomst kan ontbinden (ongedaan maken) en/of schadevergoeding kan vorderen omdat de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt. Schuldeisersverzuim levert namelijk de schuldenaar ‘overmacht’ op om te presteren.
Daarnaast kan de schuldenaar de door hem te verrichten prestatie opschorten (uitstellen) zolang sprake is van schuldeisersverzuim, dit zonder dat de debiteur hierdoor vertragingsrente aan de schuldeiser verschuldigd wordt, alsmede kan de schuldenaar zelf niet meer in verzuim raken indien de schuldeiser al in verzuim is. Voorts kan een schuldenaar ook recht hebben op vergoeding van de (redelijke) kosten die als gevolg van het schuldeisersverzuim zijn gemaakt.
De debiteur die als gedaagde in een door diens crediteur gestarte procedure bij wijze van verweer een beroep doet op schuldeisersverzuim zal dit beroep overigens wel goed dienen te onderbouwen. Dat een beroep op schuldeisersverzuim zeker niet altijd slaagt, blijkt wel uit de onderstaande uitspraak uit februari van dit jaar van de rechtbank Midden-Nederland.
Rechtbank Midden-Nederland, 01-02-2017 / 5009738
In deze zaak ging het om een leverancier die een espressomachine aan de afnemer in bruikleen had gegeven. Partijen waren daarbij een minimum afnameverplichting overeengekomen. Indien de afnemer niet een minimaal aantal kg aan koffie van de leverancier zou afnemen, moest de afnemer een bepaald bedrag betalen. De overeenkomst was inmiddels van rechtswege geëindigd, echter de afnemer had meerdere facturen van de leverancier onbetaald gelaten.
Enkele van deze facturen hadden betrekking op minder afname van koffie door afnemer. Volgens afnemer heeft leverancier echter vanaf begin 2014 geweigerd - vanwege nog openstaande facturen - nieuwe koffie te leveren. Het zou dus volgens de afnemer aan de leverancier zelf te wijten zijn dat afnemer niet aan de jaarlijkse afnameverplichting had voldaan. De afnemer beroept zich, met andere woorden, op schuldeisersverzuim.
In deze zaak heeft de leverancier evenwel - mijns inziens terecht - aangevoerd dat afnemer wel degelijk koffie kon bestellen, mits zij de koffie maar onmiddellijk betaalde. Dat is in de praktijk ook gebeurd, aldus de leverancier. Vanwege de openstaande facturen heeft zij alleen geweigerd achteraf te factureren; zij wilde boter bij de vis. De afnemer erkende dit ook tijdens de zitting.
Gelet op het voorgaande was zonder nadere toelichting - die niet was gegeven - volgens de rechter niet in te zien waarom de leverancier heeft verhinderd dat afnemer de minimum hoeveelheid koffie kon afnemen, reden waarom ook dit verweer (de andere verweren van de afnemer waren eveneens allemaal verworpen) niet slaagde. De rechtbank oordeelde dan ook dat de afnemer gehouden was alle facturen van de leverancier te betalen.